-
1 pick on
vitten/afgeven oppick onvitten/afgeven op -
2 niggle
v. beuzelen; tutten; muggenziften; vitten; doorzeuren[ nigl]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 vitten/kankeren op -
3 carp
n. karper (zoetwatervis)--------v. zeuren, zaniken; vittencarp1[ ka:p] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: ook carp〉————————carp2〈 werkwoord〉 〈 vaak pejoratief〉1 zeuren ⇒ zaniken, vitten♦voorbeelden: -
4 cavil
-
5 nag
n. knol, slecht/oud paard; zeurkous--------v. vitten; zeuren; lastig vallennag1[ næg] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————nag2〈werkwoord; nagged〉1 zeuren ⇒ zaniken, vitten♦voorbeelden:nag at someone • iemand aan het hoofd zeuren -
6 pick
n. pikhouweel--------v. uitzoeken; plukken; ophangen; uittrekkenpick1[ pik]1 keus♦voorbeelden:————————pick21 (zorgvuldig) kiezen ⇒ selecteren, uitzoeken4 met kleine hapjes eten ⇒ peuzelen/knabbelen (aan)♦voorbeelden:pick the winner • op het winnende paard weddenpick one's words • zijn woorden wikken en wegenpick and choose • kieskeurig zijnpick at • plukken/peuteren aan; vitten/hakken oppick on • vitten/afgeven op→ pick up pick up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 the play was picked apart by the critics • de critici lieten geen spaan heel van het stuk -
7 étriller
-
8 chicaner
chicaner [sĵiekaanee]2 muggenziften ⇒ haarkloven, vitten♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ruzie maken met ⇒ bekritiseren, zeuren aan de kop van -
9 критиковать мелочи
vgener. vittenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > критиковать мелочи
-
10 придираться к мелочам
vgener. ziften, spijkers op laag water zoeken, vittenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > придираться к мелочам
-
11 fault
n. gebrek; onvolledigheid; vergissing, fout; schuldig; schuld--------v. aanmerkingen maken op, vitten opfault1[ fo:lt] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:economical to a fault • overdreven zuinigat fault • schuldig————————fault2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
12 nitpick
-
13 peck at
-
14 peck
n. het pikken; pik--------v. pikken; vluchtig kussenpeck1[ pek] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 pik————————peck21 〈+at〉pikken (in, naar)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 steken ⇒ prikken, pikken♦voorbeelden: -
15 pick at
zitten te kieskauwen, zonder zin te hebben etenpick atplukken/peuteren aan; vitten/hakken op -
16 run to crabbiness
run to crabbiness -
17 run
n. hardlopen; afstand; rit; gedeelte; serie; "trein ", aanval--------v. rennen, weglopen; laten lopen; een programma starten (in computers); overgaan, laten lopen, beheren; voorbereiden; oprichten; voldoen; waarmaken; doorgaan; lekken; uitkleden; moeite doenrun1[ run] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 benaming voor〉 tocht ⇒ afstand; eindje hollen; tocht, vlucht, rit; traject, route, lijn; tochtje, uitstapje 〈 van trein, boot〉; 〈 skiën〉 baan, helling; 〈 cricket, honkbal〉 run 〈 score van 1 punt〉♦voorbeelden:at a/the run • in looppasthe play had a five months' run in London • het stuk heeft vijf maanden in Londen gespeeldget/have a (good) run for one's money • waar voor zijn geld krijgengive someone the run of • iemand de (vrije) beschikking geven over〈 slang〉 the runs • buikloop, diarree————————run21 rennen ⇒ hollen, hardlopen2 〈 benaming voor〉 gaan ⇒ (voort)bewegen; lopen; (hard) rijden; pendelen, heen en weer rijden/varen 〈 van bus, pont e.d.〉; voorbijgaan, aflopen 〈 van tijd〉; lopen, werken 〈 van machines〉; (uit)lopen, (weg)stromen, druipen 〈van vloeistoffen e.d.〉; 〈 figuurlijk〉 (voort)duren, lopen, gaan, zich uitstrekken, gelden3 rennen ⇒ vliegen, zich haasten♦voorbeelden:run at someone • iemand aanvallenrun at something • toestormen op iets2 the play will run for ten performances • er zullen tien voorstellingen van het stuk gegeven wordenrun afoul/foul of • 〈 figuurlijk〉stuiten op, in botsing komen metfeelings ran high • de gemoederen raakten verhit/liepen hoog oprun on electricity • elektrisch zijnrun to crabbiness • geneigd zijn tot vittenrun to extremes • in uitersten vervallenhe ran fifth • hij kwam als vijfde binnenrun across someone/something • iemand tegen het lijf lopen/ergens tegen aan lopenrun for it • op de vlucht slaan, het op een lopen zettenRoman noses run in our family • de adelaarsneus zit bij ons in de familierun through the minutes • de notulen doornemenhis inheritance was run through within a year • hij had binnen een jaar zijn erfenis erdoor gejaagdmy allowance doesn't run to/I can't run to a car • mijn toelage is niet toereikend/ik heb geen geld genoeg voor een auto→ run around run around/, run away run away/, run back run back/, run down run down/, run in run in/, run into run into/, run off run off/, run on run on/, run out run out/, run over run over/, run up run up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 〈 benaming voor〉 doen bewegen ⇒ laten gaan; varen, rijden; doen stromen, gieten; in werking stellen, laten lopen 〈machines e.d.〉; 〈 figuurlijk〉 doen voortgaan, leiden, runnen♦voorbeelden:run someone over • iemand overrijdenrun a business • een zaak hebbenrun a car • autorijden, een auto hebbenrun someone close/hard • iemand (dicht) op de hielen zitten; 〈 figuurlijk〉 weinig voor iemand onderdoenrun a comb through one's hair • (even) een kam door zijn haar halen6 we won't run him • we zullen hem niet inschrijven/laten deelnemen -
18 scold
n. kijven; bekijven, een standje geven; feeks--------v. berispen; standje geven; uitschelden; beschimpenscold1[ skoold] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————scold2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
19 bête
bête1 [bet]〈v.〉♦voorbeelden:bête à bon dieu • lieveheersbeestjebête de proie • roofdierbête de somme • lastdierbête de trait • trekdier〈 figuurlijk〉 c'est ma bête noire • ik kan hem, haar niet uitstaan〈 figuurlijk〉 être la bête noire • het zwarte schaap, de gebeten hond zijn〈 figuurlijk〉 chercher la petite bête • vitten, muggenziftenbête puante • stinkdierbêtes sauvages, féroces • wilde dierentravailler comme une bête de somme • zich afbeulenêtre malade comme une bête • doodziek zijnregarder qn. comme une bête curieuse • iemand aangapenfaire la bête • dom doen, zich van de domme houden¶ bête à concours • boekenwurm, werkezel, vosser————————bête2 [bet]1 dom♦voorbeelden:bête comme un âne, une oie, un pied • oliedomc'est bête comme chou • dat is kinderspel1. f1) beest, dier3) domkop2. bêtesf pl(het) vee, wilde dieren, insecten3. adj1) dom, dwaas2) onzinnig -
20 guerre
guerre [ger]〈v.〉♦voorbeelden:guerre d'agression • aanvalsoorlogla guerre de Cent, de Sept, de Trente ans • de Honderdjarige, Zevenjarige, Dertigjarige Oorlogl'art de la guerre • de krijgskunstcrime de guerre • oorlogsmisdaadguerre éclair • blitzkriegla Guerre des étoiles • Star Wars, sterrenoorlogguerre d'extermination • vernietigingsoorloggens de guerre • militairenguerre de plume • pennenstrijdguerre de positions • stellingoorlogguerre des prix • prijzenoorlogGuerres de Religion • godsdienstoorlogenguerre de tranchées • loopgravenoorlogguerre d'usure • uitputtings-, slijtageslagla guerre froide • de koude oorlogla Grande Guerre • de Eerste Wereldoorlogguerre idéologique • ideologische oorlogvoeringde guerre lasse • in arren moede, ten einde raadguerre ouverte • openlijk verklaarde, open oorlogguerre presse-bouton • elektronische oorlogvoeringguerre psychologique • psychologische oorlogvoeringguerre raciale • rassenstrijdguerre sainte • heilige oorlogguerre sous-marine • duikbootoorlogaller à la guerre • ten strijde trekkenentrer en guerre • aan de oorlog gaan deelnemenfaire la guerre • oorlog voerenfaire la guerre aux abus • misstanden bestrijdenfaire la guerre à qn. sur, à propos de qc. • voortdurend op iemand zitten te vitten vanwege ietsmourir à la guerre • sneuvelenpartir pour la guerre • ten strijde trekkenpartir en guerre contre qc. • tegen iets ten strijde trekkenavant la guerre • voor de (laatste) oorlogen guerre • in staat van oorlog¶ c'est de bonne guerre • dat zijn de regels van het spel, dat is fairf
- 1
- 2
См. также в других словарях:
vitten — dial. var. fitten n. and a … Useful english dictionary
vitten — s (oböj. förr småmynt, äv. inte ett vitten inte ett dugg … Clue 9 Svensk Ordbok
Schonenmarkt — Olaus Magnus: Fischfang (1555) Skanör mit Falsterbo um 1900 Die Schonische Messe (dänisch Skånemarkedet; schwedisch … Deutsch Wikipedia
Schonische Messe — Olaus Magnus: Fischfang (1555) Skanör mit Falst … Deutsch Wikipedia
Schonische Messen — Olaus Magnus: Fischfang (1555) Skanör mit Falsterbo um 1900 Die Schonische Messe (dänisch Skånemarkedet; schwedisch … Deutsch Wikipedia
Liete — Fischerdorf Vitt Als Liete werden auf der Insel Rügen, und hier besonders auf der Halbinsel Wittow, keilförmige Einschnitte in die Steilküstenlinie bezeichnet. Die Einschnitte entstanden an inaktiven Kliffküstenabschnitten durch Regen und… … Deutsch Wikipedia
Hinnerup — Hinnerup, is a town in central Denmark, located in Favrskov municipality in Region Midtjylland in Jutland just north of Aarhus and is more or less a suburb today. Until January 1 2007, Hinnerup was the site of the municipal council of the now… … Wikipedia
Vikram (actor) — Vikram Vikram during the premiere of Raavan in London (2010) Bo … Wikipedia
Demen — Wappen Deutschlandkarte … Deutsch Wikipedia
Favrskov Kommune — Favrskov Kommune … Deutsch Wikipedia
Hinnerup Kommune — Strukturdaten Sitz der Verwaltung Hinnerup Fläche 76,26 km² Einwohner 12.233 (2006) Kommune seit 2007 Favrskov Kommune Hinnerup Kommune war bis Dezember 2006 eine dänische Kommune im damaligen Århus Amt im Osten Jütland. Seit Januar 2007 ist sie… … Deutsch Wikipedia